Oprichting en openbaarmaking van de Internationale Vereniging Zonder Winstoogmerk (I)VZW en Stichting
Het nieuwe ‘Wetboek van vennootschappen en verenigingen’ (WVV) heeft de toepasselijke regels op een ‘vereniging’ en ‘stichting’ meer gealigneerd met de regels die van toepassing zijn op ‘vennootschappen’. Dit is een gevolg van de algemene tendens waarbij ‘verenigingen’ en ‘stichtingen’ als ondernemingen worden aanzien en dus ook onder het insolventierecht vallen.
In het kader van de oprichting van de (I)VZW en stichting en de openbaarmaking van stukken, houdt het WVV de volgende wijzigingen in:
- Twee leden zijn al genoeg om een VZW op te richten.
- Vroeger waren dit er minimum drie. Een duurtijd van drie (ipv zes) maanden zal gelden voor de overname van verbintenissen die worden aangegaan in naam en voor rekening van de (I)VZW of stichting in oprichting. De duurtijd begint te lopen na het verkrijgen van de rechtspersoonlijkheid.
- Alle verenigingen en stichtingen die hun zetel in België hebben, zullen onderworpen zijn aan het WVV. De statuten dienen verplicht enkel het gewest te vermelden waarbinnen de zetel is gelegen. Dit geeft de nodige flexibiliteit. Indien de zetel binnen eenzelfde gewest verplaatst wordt, moeten de statuten niet gewijzigd worden. Het bestuursorgaan kan ook zelf beslissen tot een verplaatsing van de zetel binnen eenzelfde taalgebied.
- Naast een aantal technische aanpassingen aan de informatie die openbaar dient te worden gemaakt, bepaalt het WVV ook dat deze informatie binnen de 30 dagen na de datum van de akte dient te worden neergelegd ter griffie. Ook dit is een vernieuwing ten opzichte van de huidige situatie waar er geen termijn werd voorzien.
- De gecoördineerde statuten van de verenigingen en stichtingen zullen ook elektronisch beschikbaar zijn voor het publiek, net zoals het WVV ook voorziet voor vennootschappen.
- Er wordt onderscheid gemaakt tussen kleine en microverenigingen en -stichtingen waarbij de microverenigingen en stichtingen hun jaarrekening kunnen opmaken via een microschema naar analogie met de microvennootschappen. De mogelijkheid voor kleine verenigingen en stichtingen om gebruik te maken van een vereenvoudigd model voor hun jaarrekening, blijft behouden.
- De ‘grote’ verenigingen en stichtingen zullen een jaarverslag moeten opmaken en een commissaris aanstellen.
- In ruil voor de afschaffing van beroepsverenigingen als aparte rechtsvorm, kan een VZW erkend worden als beroepsvereniging. Bij amendement wordt bovendien voorgesteld dat VZWs steeds als “sociale onderneming” dienen te worden aangemerkt in plaats van een erkenning te moeten aanvragen.