Het nieuwe jaar brengt een reeks belangrijke wijzigingen in het Vlaamse omgevingsrecht. Deze evoluties zijn relevant voor alle professionals die actief zijn binnen dit domein. Hieronder vindt u de belangrijkste, reeds goedgekeurde wijzigingen in het Vlaamse omgevingsrecht voor 2026.
- Verplicht EPC NR, ook zonder overdracht of verhuur
Allereerst is er een belangrijke wijziging op het vlak van energieprestatiecertificaten (EPC). Vanaf 1 januari 2026 moeten alle grote niet-residentiële gebouweenheden in het Vlaamse Gewest, zoals kantoren, supermarkten en scholen, met een bruikbare vloeroppervlakte van minder dan 1.000 m² op ieder ogenblik over een geldig EPC niet-residentieel (EPC NR) beschikken. Tot nu toe gold de EPC-verplichting voor grote niet-residentiële gebouweenheden van minder dan 1.000 m² enkel bij notariële overdrachten of verhuur, maar vanaf 2026 moet het EPC altijd beschikbaar zijn voor deze gebouwen. Voor niet-residentiële gebouweenheden met een bruikbare vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m² was deze verplichting al in werking getreden op 1 januari 2025. De verplichting rust op de eigenaar of op de houder van een zakelijk recht op de grote niet-residentiële gebouweenheid. Indien geen EPC aanwezig is, kan een niet-bevrijdende administratieve boete tot 5.000 euro worden opgelegd en wordt er een termijn bepaald waarbinnen het EPC alsnog moet worden opgesteld. Het is dus aangeraden om tijdig een energiedeskundige aan te stellen zodat er een EPC beschikbaar is voor uw grote niet-residentiële gebouweenheden. - Verplichte installatie van zonnepanelen voor grote afnemers
Ten tweede geldt vanaf 1 april 2026 een nieuwe verplichting voor grote elektriciteitsafnemers om een bepaald vermogen aan zonnepanelen te installeren op Vlaamse onroerende goederen. Eigenaars, opstalhouders of erfpachters van gebouwen waar in kalenderjaar 2021 of 2022 de jaarlijkse elektriciteitsafname van het net hoger was dan 1 gigawattuur moeten verplicht een minimaal piekvermogen aan zonnepanelen in dienst nemen tegen 1 april 2026. De vereiste zonnepanelen mogen op het dak, de gevel, fietsenstallingen, de grond of andere locaties op de site geplaatst worden. Alternatieve hernieuwbare technologieën zoals windturbines of warmtepompen zijn ook toegestaan om aan de verplichting te voldoen. Indien er niet aan de verplichting wordt voldaan, kan er een niet-bevrijdende administratieve geldboete (400 euro per kilowattpiek vermogen dat ontbreekt) opgelegd worden. Het is dus aangewezen om tijdig na te gaan of uw gebouw verbonden is met een afnamepunt dat kwalificeert als een grote afnemer van elektriciteit van het net. - Bodemattesten aanvragen via vastgoedinlichtingenplatform
Ten derde wordt er vanaf 2026 een belangrijke stap gezet in het kader van de digitalisering en de vereenvoudiging van informatie-uitwisseling in vastgoedtransacties. Vanaf 1 januari 2026 zullen alle aanvragen voor bodemattesten in het Vlaamse Gewest enkel via het digitale vastgoedinlichtingenplatform (VIP) kunnen gebeuren (https://vastgoedinformatieplatform.vlaanderen.be/info). Bodemattesten zullen niet meer via het huidige Webloket Bodemattestaanvragen van de OVAM aangevraagd kunnen worden. Het Webloket wordt uitgefaseerd en blijft nog slechts een drietal maanden toegankelijk voor het raadplegen en downloaden van eerder afgeleverde attesten. Het gebruik van het vastgoedinlichtingenplatform was al eerder verplicht voor het opvragen van de vastgoedinformatie. Voor het gebruik van het vastgoedinlichtingenplatform is vanaf 1 januari 2026 voor het aanvragen van een bodemattest een retributie van 5 euro verschuldigd boven op de retributie van 67 euro voor het bodemattest zelf. - Verplicht EPC gemene delen
Ten vierde is er binnen het kader van Vlaamse asbestbeleid een belangrijke verandering om rekening mee te houden. Ten laatste op 31 december 2026 moet de vereniging van mede-eigenaars (VME) van een toegankelijke constructie gebouwd vóór 2001 die onder het stelsel van de mede-eigendom valt, beschikken over een afzonderlijk asbestinventarisattest voor de gemene delen. Vanaf deze datum is de VME verplicht over een dergelijk attest te beschikken, zelfs als er geen overdracht plaatsvindt. Bij een overdracht van een privatief deel zal dus na 31 december 2026 al bij de onderhandse akte zowel een individueel asbestattest voor het privatief deel als een asbestattest voor de gemene delen nodig zijn. Indien dit attest voor de gemene delen al beschikbaar is voor 31 december 2026, moet het al meegedeeld worden aan de verwerver bij de overdracht van een privatief deel. Het is belangrijk om deze verplichting te onderscheiden van de verplichting om te beschikken over een asbestattest voor de gemeenschappelijk gebruikte delen. Deze verplichting heeft namelijk betrekking op de ‘gemeenschappelijke delen’ die zich bevinden binnen één eigendom en die ontstaan door een verplichte of vrijwillige opsplitsing van het gebouw in verschillende inspectiegebieden voor de opmaak van asbestattesten (vb. bij verschillende appartementen in een gebouw dat niet onder de mede-eigendom valt). Dergelijk asbestattest voor de gemeenschappelijk gebruikte delen is al vereist voor overdrachten sinds 1 mei 2025. Indien de vereiste asbestattesten niet beschikbaar zijn, zal dit de overdracht blokkeren en kan de verwerver ook de nietigheid van de overeenkomst vorderen. Het is dus belangrijk dat de VME tijdig een asbestattest voor de gemene delen laat opstellen. - Aanpassingen Vlaamse handhavingssprocedure
Vanaf 1 april 2026 worden er een aantal aanpassingen van de Vlaamse handhavingsprocedure ingevoerd. Onder andere zullen de herstelmogelijkheden wijzigen en kan er gevraagd worden om een ‘herstel bij financieel equivalent’, wat een vergoeding is voor de publieke schade die onhersteld zal blijven. Verder kan de beslissing tot niet strafrechtelijke vervolging (seponering) van het openbaar ministerie worden herroepen en toch leiden tot een bestuurlijke sanctie. Ten slotte worden de bevoegdheden voor toezichthouders uitgebreid en zullen de bedragen van de meerwaardebedragen bijna verdubbelen. - Aanpassing Vlaams Vrijstellingsbesluit
Ten slotte heeft een laatste wijziging betrekking op het Vlaamse Vrijstellingsbesluit. Deze wijziging is nog niet definitief goedgekeurd, maar zou wel in 2026 in werking treden. Door deze wijziging zullen een aantal nieuwe stedenbouwkundige handelingen toegevoegd worden aan het Vrijstellingsbesluit en zijn zij bijgevolg onder voorwaarden vrijgesteld van omgevingsvergunning. Verder worden ook enkele bestaande vrijstellingen aangepast of verduidelijkt. De opvallendste wijzigingen zijn:
- werken aan gevels en daken zullen worden vrijgesteld voor zover zij de energieprestaties van het gebouw niet verslechteren en het fysiek bouwvolume niet wijzigen;
- binnenverbouwingen met stabiliteitswerken zullen worden vrijgesteld voor zover de stabiliteitswerken door een architect worden begeleid;
- de vrijstelling voor stekkerzonnepanelen wordt verduidelijkt;
- er zal een vrijstelling gelden voor de aanleg van glasvezelnetwerk;
- het bouwen van installaties van militair strategisch belang gericht op de verdediging van belangrijke infrastructuur zal worden vrijgesteld;
- overdekte fietsenstallingen tot 100 m² op het openbaar domein zullen worden vrijgesteld;
- de plaatsing van zonnepanelen en aanhorigheden ervan op openbaar domein door, in opdracht van of met toestemming van de wegbeheerder in de berm of op het talud van autosnelwegen of spoorwegen zullen worden vrijgesteld.
Indien een handeling niet onder het Vrijstellingsbesluit valt of niet aan de voorwaarden voldoet, blijft een omgevingsvergunning verplicht.
Een goed inzicht in deze wijzigingen is cruciaal om juridische risico’s te beperken. Ons kantoor volgt deze ontwikkelingen nauwgezet en staat klaar om u te adviseren en te begeleiden bij al uw vragen.
Related news:
Hoe kunnen we helpen?
Ontdek onze expertises