Skip to the content

Tijdelijke hervorming van het insolventierecht - de wet van 21 maart 2021

houten domino blokken

Context

De wet van 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992[1] (hierna “wet van 21 maart 2021”) voert een aantal (tijdelijke) hervormingen van het insolventierecht door.

De ratio van deze wet bestaat erin de toegang tot de procedure van gerechtelijke reorganisatie te vereenvoudigen voor ondernemingen die te kampen hebben met moeilijkheden als gevolg van de huidige COVID-19-crisis. Het zogenaamde ‘faillissementsmoratorium’, dat bescherming bood aan deze ondernemingen, liep immers af op 31 januari 2021. Om een stortvloed van faillissementen in de komende maanden te voorkomen, heeft de wetgever een aantal tijdelijke maatregelen ingevoerd, waarvan de belangrijkste hieronder beknopt worden toegelicht.

Maatregelen

Ten eerste voorziet de wet van 21 maart 2021 in een verruiming van artikel XX.30 van het WER.[2] Waar voordien enkel het openbaar ministerie of een belanghebbende de aanstelling van een gerechtsmandataris konden vragen, kan de schuldenaar dit nu ook zelf. Bovendien is hiervoor niet langer een kennelijke grove tekortkoming van de schuldenaar vereist en kan de voorzitter van de rechtbank voortaan ook een gerechtsmandataris aanstellen in geval van gebeurtenissen die leiden tot de onbestuurbaarheid van de onderneming.

Daarnaast – en dit is de grootste vernieuwing – voert de wetgever de mogelijkheid van een zogenaamd “voorbereidend akkoord” en een versnelde procedure van gerechtelijke reorganisatie in.[3]

Het voorbereidend akkoord laat de onderneming waarvan de continuïteit onmiddellijk of op termijn bedreigd is, toe om de aanstelling van een gerechtsmandataris te vragen aan de voorzitter van de ondernemingsrechtbank. Deze zal onderhandelingen met één of meerdere schuldeisers faciliteren met het oog op het verkrijgen van een minnelijk akkoord of het opstellen van een reorganisatieplan.

In tegenstelling tot de aanstelling van een gerechtsmandataris overeenkomstig artikel XX.30 van het WER, wordt deze aanstelling niet bekendgemaakt. De mogelijkheid van een minnelijk akkoord of reorganisatieplan kan aldus op een vertrouwelijke basis onderzocht worden. Daarentegen biedt de procedure van voorbereidend akkoord in beginsel geen bescherming aan de schuldenaar tegen zijn schuldeisers. De gerechtsmandataris kan de voorzitter van de rechtbank echter wel verzoeken om een aantal voorwaarden en termijnen voor de betaling van bepaalde schulden toe te staan, aangepast aan de noden van de schuldenaar. De duur hiervan mag niet meer dan vier maanden bedragen. Eens de schuldenaar een voorbereidend akkoord heeft bereikt met één of meerdere van zijn schuldeisers, voorziet de wet van 21 maart 2021 in de mogelijkheid van een versnelde procedure van gerechtelijke reorganisatie. 

Een volgende maatregel betreft de versoepeling van de toelating tot gerechtelijke reorganisatie.[4]

Voordien diende de schuldenaar een aantal stukken te voegen bij zijn verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, en dit op straffe van niet-ontvankelijkheid. Deze sanctie wordt voortaan achterwege gelaten en de schuldenaar kan bijgevolg ook na het indienen van zijn verzoekschrift nog bepaalde stukken aan zijn dossier toevoegen. Hij kan dit doen tot uiterlijk twee dagen voor de zitting van de rechtbank die het verzoekschrift behandelt. Bij gebreke hieraan moet de schuldenaar binnen diezelfde termijn in een nota motiveren waarom hij de vereiste stukken niet heeft neergelegd.

Tot slot creëert de wet van 21 maart 2021 een fiscale vrijstelling voor de waardeverminderingen en voorzieningen op schuldvorderingen op de medecontractanten waarvoor een reorganisatieplan is gehomologeerd of een minnelijk akkoord is vastgesteld, gedurende de belastbare tijdperken tot de volledige tenuitvoerlegging ervan of tot het sluiten van de procedure.[5]

Temporele werking

Voornoemde maatregelen zijn in werking getreden op 26 maart 2021, zijnde de dag van bekendmaking van de wet van 21 maart 2021 in het Belgisch Staatsblad. Er is voorzien dat de meeste van deze maatregelen reeds buiten werking treden op 30 juni 2021, behoudens verlenging bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit.[6]

 

[1] Wet 21 maart 2021 tot wijziging van boek XX van het Wetboek van economisch recht en het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, BS 26 maart 2021 (hierna: wet van 21 maart 2021).

[2] Art. 5 wet van 21 maart 2021.

[3] Art. 6 en 9 wet van 21 maart 2021.

[4] Art. 7 wet van 21 maart 2021.

[5] Art. 15 wet van 21 maart 2021.

[6] Art. 17 wet van 21 maart 2021.

Latest News

Share this

How can we help?

Discover our expertise