Skip to the content

Vlaams Decreet betreffende Integraal Handelsvestigingsbeleid: nodeloze versnippering of beleidsruimte

people walking

Het Vlaams Decreet van 15 juli 2016 betreffende het Integraal Handelsvestigingsbeleid (hierna: ‘het Decreet’) werd op 29 juli 2016 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. 

Met de totstandkoming van dit Decreet uit de Vlaamse Regering haar wil om volop in te zetten op het versterken van de handelskernen. Het Decreet vormt dan ook in het bijzonder een antwoord op de toenemende leegstand in de stadskernen van Vlaanderen. 

Met dit Decreet wordt voorzien in de mogelijkheid voor de lokale besturen in Vlaanderen om een op maat gemaakt beleid te voeren voor wat betreft de detailhandel. Daarnaast doelt het Decreet op een administratieve vereenvoudiging voor de handelaren met de integratie van de socio-economische vergunning in de nieuwe omgevingsvergunning. 

De initiatiefnemers voor het Decreet zijn Vlaams Ministers Joke Schauvlieghe en Philippe Muyters. 

Lokale visies door lokale overheden 

De Vlaamse gemeenten en provincies verwerven n.a.v. de goedkeuring van dit Decreet de autonomie om lokale visies uit te werken binnen het Vlaams beleidskader handelsvestigingsbeleid. 

Op die manier kunnen de lokale overheden een handelsvestigingsbeleid uitwerken dat rekening houdt met de lokale commerciële noden. Zo kan bijvoorbeeld specifiek ingezet worden op gebieden waar men handelsvestigingen wenst te stimuleren of kan de inplanting van handelsvestigingen net ontmoedigd worden daar waar men de leefbaarheid van de stadskern wenst te vrijwaren. 

Om deze lokale visies te realiseren voorziet het Decreet in welbepaalde beleidsinstrumenten, met name de ruimtelijke uitvoeringsplannen en stedenbouwkundige verordeningen. Aan de hand van deze beleidsinstrumenten kunnen de lokale overheden vervolgens de kernwinkelgebieden en winkelarme gebieden gaan afbakenen. 

Het verwerven van deze autonomie moet een efficiënter beleid mogelijk maken voor het realiseren van lokale behoeften. Zo zou bijvoorbeeld het actuele probleem van de leegstand in de stadskern op een meer adequate manier moeten kunnen bestreden worden. 

Handelingsconvenanten 

Naast het realiseren van lokale visies voorziet het Decreet tevens in de mogelijkheid voor gemeenten en provincies om handelsvestigingsconvenanten af te sluiten met ontwikkelaars of exploitanten van kleinhandelsbedrijven of handelsgehelen. 

Bovenvermelde partijen kunnen een handelsvestigingsconvenant afsluiten om bijvoorbeeld afspraken te maken rond gezamenlijke initiatieven en het bekostiging ervan of afspraken omtrent de participatie van ontwikkelaars of exploitanten van kleinhandelsbedrijven aan het vooropgesteld kernversterkend beleid van de gemeenten. 

Goal-setting 

Het Decreet beoogt in hoofdorde vier doelstellingen na te streven. 

  1. Het creëren van duurzame vestigingsmogelijkheden voor kleinhandel die aansluiten bij de actuele behoeften van de ontwikkelaars, handelaars en consumenten zonder evenwel de toekomstige behoefte aan ruimte in gevaar te brengen. 

    Men doelt hier onder meer op het vermijden van de vorming van “kleinhandelslinten”, hetzij de situatie waarbij zich drie kleinhandelsbedrijven vestigen langs een invals- of verbindingsweg zonder gemeenschappelijke parking of in- en uitrit. 
     
  2. Het waarborgen van een toegankelijk aanbod van handelsvestigingen voor de consumenten.

    Deze doelstelling betreft de afstand en de bereikbaarheid van de handelsvestigingen voor de consumenten. Ook de minst mobiele burgers moeten op afdoende wijze in hun behoeften kunnen voorzien.
     
  3. De bewerkstelliging van remediërende maatregelen voor het huidige mobiliteitsprobleem. 

    Deze doelstelling beoogt maatregelen te effecturen zoals het verbeteren van de bereikbaarheid van handelsvestigingen via openbaar vervoer. Zo ook maatregelen m.b.t. het voorzien van voldoende parkeerplaatsen zonder evenwel de parkeerdruk te verhogen. 
     
  4. Het versterken van de leefbaarheid van de stadskernen. 

    De parkeerdruk in de stadskern bijvoorbeeld is ongetwijfeld een groot probleem voor de leefbaarheid ervan. Men wenst echter een gevarieerd, toegankelijk en ruim winkelaanbod te creëren in de stadskern. De interesse in de stadskern nam de laatste jaren reeds aanzienlijk af als gevolg van de verschuiving van de handelszaken naar de periferie. Bijgevolg moet gestreefd worden naar een evenwicht waardoor een aantrekkelijke combinatie ontstaat van winkelaanbod, wonen en werken in de stadskern.

Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten vergemakkelijkt het leven van de handelaar 

Naar aanleiding van dit Decreet wordt de aanvraag van een vergunning voor het uitvoeren van stedenbouwkundige handelingen, en de vergunning voor de exploitatie van kleinhandelsactiviteiten, gebundeld in één enkele procedure. Onder het regime van de omgevingsvergunning zal bijgevolg één aanvraagdossier volstaan.

Met de goedkeuring van het Decreet zal vanaf 1 januari 2018 ook de socio-economische vergunning, voor winkels en winkelcomplexen waarvan de oppervlakte meer dan 400 m² bedraagt, geïntegreerd worden in die omgevingsvergunning. 

Dit alles heeft als doel de administratieve vergunningsverplichtingen van de handelaar een heel stuk eenvoudiger te maken.
De inhoud van de omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten wordt nader omschreven in het Decreet (hoofdstuk 4 van het Decreet) en het procedurele kader wordt uiteengezet in het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

Inwerkingtreding niet uniform

De inwerkingtreding van het Decreet is niet uniform. Zo is het voor de inwerkingtreding van de bepalingen inzake vergunningen- en handhavingsbeleid (hoofdstukken 4 en 6 van het Decreet) wachten tot 1 januari 2018. Daarnaast voorziet men in een overgangsregeling voor de oude sociaal-economische vergunningen. 

De bepalingen omtrent de planning en de visievorming (hoofdstukken 2 en 3 van het Decreet) treden onmiddellijk in werking. Zo kunnen de lokale overheden meteen lokale visies ontwikkelen en uitwerken. 

Tailor-made kernversterkend handelsvestigingsbeleid

Het Decreet verleent de lokale besturen in Vlaanderen de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid om op lokaal niveau een handelsvestigingsbeleid uit te werken dat streeft naar de vier voormelde kerndoelstellingen. Kortom de lokale besturen kunnen in de toekomst een “tailor-made” handelsvestigingsbeleid creëren. 

Hoe en in welke mate de lokale besturen het Decreet zullen omzetten in de praktijk moet nog worden afgewacht. Een grote discrepantie in het beleid van de lokale besturen, zal wellicht aanleiding geven tot het stelselmatig inroepen van een schending van het gelijkheidsbeginsel door handelaren. Door het faciliteren van een “tailor-made” handelsvestigingsbeleid zal de ene handelaar immers niet automatisch onderworpen zijn aan eenzelfde beleid als een handelaar die in een andere gemeente gevestigd is. Dit zal ongetwijfeld aanleiding geven tot heel wat discussie. 

De integratie van de socio-economische vergunning in de omgevingsvergunning is ongetwijfeld een grote stap vooruit. Deze integratie voorkomt namelijk tegenstrijdige beslissingen of dubbele controles, vergroot de rechtszekerheid voor de handelaren en verlaagt de administratieve last.

Latest News

Share this

How can we help?

Discover our expertise