Skip to the content

Inwerkingtreding WVV – aandachtspunten voor de BV(BA)

LLC

Sedert 1 januari 2020 zijn ook vennootschappen die al waren opgericht vóór 1 mei 2019 onderworpen aan de bepalingen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (kortweg het “WVV”).

We bekijken in dit artikel op bondige wijze de impact hiervan op de besloten vennootschap, de voormalige “BVBA”.

 
Belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de te gebruiken terminologie

Vooreerst zijn er een aantal terminologische wijzigingen die sedert 1 januari 2020 dienen te worden opgenomen in alle vennootschapsdocumenten (notulen, bijzondere verslagen, de statuten…):

  • De benaming van de vennootschapsvorm (voorheen “besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”, afgekort “BVBA”) wordt vervangen door de notie “besloten vennootschap”, afgekort “BV”.
  • Het oude begrip “zaakvoerder” wordt vervangen door het nieuwe begrip “bestuurder”, en de oude term “vennoot” wordt vervangen door “aandeelhouder”.
  • Tot slot wordt het begrip “doel van de vennootschap” vervangen door het “voorwerp van de vennootschap”.

 

Belangrijkste wijzigingen met betrekking tot de afschaffing van het kapitaal en de daarmee samenhangende gevolgen:

Het kapitaalbegrip verdwijnt in de besloten vennootschap. Balansmatig vertaalt dit zich in een (automatische) omzetting van het volgestort gedeelte van het kapitaal (en de wettelijke reserve) in een statutair onbeschikbare vermogensrekening. Het niet gestorte gedeelte van het kapitaal wordt omgezet in een vermogensrekening “niet-opgevraagde inbrengen”.

In het licht van de afschaffing van het kapitaalbegrip dient iedere uitkering (zowel een rechtstreekse als een onrechtstreekse uitkering) in de besloten vennootschap vooraf te worden gegaan door een dubbele test:

  1. Netto-actieftest: geen uitkering mag geschieden indien het nettoactief van de vennootschap negatief is of ten gevolge daarvan negatief zou worden. Indien de vennootschap beschikt over eigen vermogen dat krachtens de wet of de statuten onbeschikbaar is (zoals het volgestort gedeelte van het kapitaal dat sedert 1 januari zonder enige formaliteit werd omgezet in een onbeschikbare vermogensrekening) mag geen uitkering gebeuren indien het nettoactief gedaald is of door een uitkering zou dalen tot beneden het bedrag van dit onbeschikbare eigen vermogen.
  2. Liquiditeitstest: het bestuursorgaan dient daarnaast vast te stellen of de vennootschap, volgens redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen, na de uitkering in staat zal blijven haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering.

 

Eveneens hiermee verband houdend, zal er een striktere alarmbelprocedure worden toegepast. De alarmbelprocedure dient te worden toegepast in het geval de drempels van de hierboven genoemde netto-actieftest en liquiditeitstest zijn bereikt, en dus:

(1) indien het nettoactief negatief dreigt te worden of is geworden of

(2) indien het niet langer zeker is – volgens redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen – of de vennootschap in staat zal zijn om gedurende minstens de twaalf volgende maanden haar schulden te voldoen.

In deze gevallen dient het bestuursorgaan een bijzondere algemene vergadering bijeen te roepen, die zal beslissen over de ontbinding van de vennootschap of over maatregelen om de continuïteit van de vennootschap te waarborgen.

 

Belangrijkste wijzigingen met betrekking tot het bestuur

Er is een nieuwe reeks van regels met betrekking tot de organisatie van het bestuursorgaan van de besloten vennootschap van toepassing:

  • Natuurlijke personen kunnen slechts in één hoedanigheid een bestuursmandaat van een besloten vennootschap waarnemen. Dit wil zeggen dat het niet langer mogelijk is om te zetelen als natuurlijke persoon-bestuurder én als vaste vertegenwoordiger van een andere rechtspersoon-bestuurder in eenzelfde bestuursorgaan.
  • Het WVV vermeldt nu ook expliciet dat een bestuurder, in zijn hoedanigheid van bestuurder, niet kan verbonden zijn met de vennootschap door middel van een arbeidsovereenkomst.
  • Tenslotte dient de vaste vertegenwoordiger van een rechtspersoon-bestuurder steeds een natuurlijke persoon te zijn; een zogenaamde “cascade” van vaste vertegenwoordigers is dus uitdrukkelijk niet langer toegestaan.

 

In de besloten vennootschap kan voortaan ook een dagelijks bestuur worden benoemd , aan wie het dagelijks beheer van de vennootschap kan worden toevertrouwd.

Een andere belangrijke nieuwigheid is de nieuwe regeling inzake belangenconflicten.  Wanneer een bestuurder een (rechtstreeks of onrechtstreeks) belang heeft van vermogensrechtelijke aard dat strijdig is met het belang van de vennootschap met betrekking tot een transactie of beslissing die tot de bevoegdheid van het bestuursorgaan behoort, dient de betrokken bestuurder de overige bestuurders hiervan in te lichten. Bijkomend voorziet het WVV dat de betrokken bestuurder zich dient te onthouden van deelname aan de beraadslaging en de stemming betreffende het agendapunt waarmee hij een conflicterend belang heeft.  

Inzake bestuurdersaansprakelijkheid introduceert het WVV tenslotte een maximumbedrag (of ‘cap’) waarvoor de bestuurders aansprakelijk kunnen worden gesteld in het kader van de uitoefening van hun mandaat. De beperking is afhankelijk van de “grootte” van de vennootschap, zoals gedefinieerd door de gemiddelde omzet en balanstotaal van de vennootschap in de drie boekjaren voorafgaand aan de instelling van de aansprakelijkheidsvordering. Op te merken valt wel dat de beperking enkel geldt voor toevallige lichte fouten en er een resem uitzonderingen bestaan op het principe van de beperking.

 

Restcategorie van bepalingen die een bijkomende flexibiliteit (kunnen) bieden

Het WVV versoepelt de overdracht van aandelen binnen de BV. De wettelijke overdrachtsbeperkingen zijn van aanvullend recht, waardoor de statuten kunnen voorzien dat de aandelen vrij overdraagbaar zijn.

Het Wetboek van vennootschappen voorzag enkel voor de naamloze vennootschap in de mogelijkheid tot uitkering van interim-dividenden. Onder het WVV wordt deze mogelijkheid uitgebreid naar de besloten vennootschap, voor zover dit statutair wordt voorzien.

 

Concrete impact en opportuniteiten?

De inwerkingtreding per 1 januari 2020 heeft als gevolg dat sinds deze datum de statuten van bestaande besloten vennootschappen mogelijk in strijd zijn met de toepasselijke wetgeving. Om tegenstrijdigheden te vermijden, kan dan ook bij voorkeur proactief gehandeld worden en nagegaan worden of het wijzigen van de statuten opportuun is.

De statuten dienen in elk geval in overeenstemming te worden gebracht met het WVV ter gelegenheid van de eerstvolgende statutenwijziging waartoe zou worden overgegaan, en in ieder geval vóór 1 januari 2024.

 

Wil u nagaan welke impact de wijzigingen van het WVV op uw eigen vennootschap hebben?

Check onze company scan tool: https://www.companylawcode.be/bcc-scan/

Latest News

Share this

How can we help?

Discover our expertise